Nieuws

26-09-2024 08:26

Familiebedrijven vergroten economische stabiliteit: Zuinig zijn op stille kracht

Familiebedrijven zijn van groot belang voor de Nederlandse economie. Zij zijn goed voor een kwart van alle omzet en toegevoegde waarde. Toch lijkt verreweg de meeste aandacht uit te gaan naar beursgenoteerde corporates, startups en snelgroeiende techbedrijven. Recente onderzoeken brengen de meerwaarde én knelpunten van familiebedrijven in kaart. Meer oog van de politiek voor hun specifieke problematiek is nodig. De bedrijfsopvolgingsregeling is een heet hangijzer.
 
FBNed – netwerk voor eigenaren van familiebedrijven – constateert dat het belang van het familiebedrijf in Nederland wordt ondergewaardeerd. Daarom kreeg SEO Economisch Onderzoek opdracht om de impact van familiebedrijven in kaart te brengen. Dit leidde tot het rapport ‘De maatschappelijke bijdrage van familiebedrijven in beeld’ dat in maart 2024 verscheen.
 
Steunpilaar
Van de 490.000 Nederlandse bedrijven met medewerkers in dienst zijn er zo’n 300.000 een familiebedrijf. Bijna één op de drie Nederlanders werkt bij zo’n onderneming. “Familiebedrijven zijn een belangrijke steunpilaar voor de Nederlandse samenleving,” meldt Bas ter Weel bij de lancering van de onderzoeksresultaten. Ter Weel is directeur van SEO en hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam. “Familiebedrijven vergroten de macro-economische stabiliteit en dempen de effecten van economische schommelingen door een hogere mate van liquiditeit en solvabiliteit. Met lagere maatschappelijke kosten tot gevolg. Ons onderzoek laat zien dat familiebedrijven stabieler zijn in onzekere tijden. Daar moeten we zuinig op zijn.”
 
Ultieme testcase
Eigenaren staan zelf aan het roer bij familiebedrijven. Die kunnen daardoor bij veranderingen sneller bijsturen, stelt SEO. Uit internationaal vergelijkend onderzoek blijkt dat familiebedrijven vaker het hoofd boven water houden tijdens crises en recessies. Ook blijft meer werkgelegenheid behouden.

De uitbraak van COVID was de ultieme testcase. Tijdens de lockdowns was de overheidssteun aan familiebedrijven 18 procent lager dan de steun aan niet-familiebedrijven, zoals beursgenoteerde ondernemingen en bedrijven in handen van private investeerders. Ook hielden zij meer mensen aan het werk.

De lagere maatschappelijke kosten van familiebedrijven verklaart SEO door hun kenmerkende karakteristieken. Dankzij de grotere financiële buffer hadden zij in coronatijd minder overheidssteun nodig om hun werknemers te betalen, in dienst te houden en de vaste lasten te betalen.
 
Langetermijnperspectief
Naar aanleiding van onderzoeksresultaten benadrukt FBNed-directeur Albert Jan Thomassen dat familiebedrijven zorgen voor economische en maatschappelijke stabiliteit. “Het langetermijnperspectief van familiebedrijven is niet alleen gericht op het belang van de aandeelhouders maar van alle stakeholders. Dat zorgt voor een langdurige betrokkenheid van een stabiele groep eigenaren, een hechte band tussen familie en werknemers, sterke regionale verbondenheid en continue investeringen in innovatie.”
 
Weinig vertrouwen
Desondanks heeft de politiek te weinig oog voor het belang van familiebedrijven, als stille kracht van de Nederlandse economie. Dit blijkt uit een panelonderzoek van Nyenrode Business Universiteit, RSM en Van Lanschot Kempen onder directeuren en eigenaren. Het onderzoek vond plaats in het najaar van 2023, ruim voor de verkiezingen en de kabinetsvorming. Aangezien de nieuwe regering nog amper heeft geregeerd, is de mening van familieondernemers uit dit onderzoek nog altijd actueel. Het blijkt dat 85% van de directeuren en eigenaren van Nederlandse familiebedrijven vindt dat de politieke partijen te weinig rekening houden met hun belangen. Slechts 5% had er vertrouwen in dat de verkiezingen positief zullen uitwerken voor het familiebedrijf. Ruim 78% denkt dat een nieuw kabinet de belemmeringen waar het familiebedrijf op dit moment mee te maken heeft, niet goed gaat aanpakken.
 
Blijven ondernemen
“Het wordt tijd dat de politiek meer aandacht gaat besteden aan familiebedrijven”, aldus Roberto Flören bij de lancering van de onderzoeksresultaten. Hij is RSM-hoogleraar Familiebedrijven en Bedrijfsoverdracht bij Nyenrode Business Universiteit.
“Familie- en mkb-bedrijven zijn een belangrijke economische motor,” vult Mark Buitenhuis (Managing Director Private Banking Regio’s bij Van Lanschot Kempen) bij dezelfde gelegenheid aan. “De politiek zou meer oog moeten hebben voor hun belangen zodat ook volgende generaties kunnen blijven ondernemen en werkgelegenheid kunnen blijven verschaffen.”
 
Niet vanzelfsprekend
Nyenrode, RSM en Van Lanschot Kempen publiceerden in mei 2024 een volgend panelonderzoek. Daaruit blijkt dat op dit moment ruim 85.000 familiebedrijven (zo’n 29%) bezig zijn met het proces van eigendomsoverdracht. Bijna de helft van de eigenaren wil dat het bedrijf in familiehanden blijft. Toch is het niet vanzelfsprekend dat het eigendom wordt overgedragen naar de nieuwe generatie. Belangrijke overwegingen voor een externe overdracht zijn onder meer de groei van het bedrijf, toekomstverwachtingen van de branche en capaciteiten en interesses van de nieuwe generatie. Verder is bijna 20% van de eigenaren van familiebedrijven afhankelijk van de verkoopopbrengst voor hun oudedagsvoorziening.
 
Zekerheid
“De overdracht van de eigendom van een familiebedrijf is een onvermijdelijk onderdeel in de levensfase van bedrijven,” stelt Laura Bles-Temme, Co-managing Partner RSM Netherlands in een toelichting op het onderzoek. Daarbij spelen zowel emotionele als rationele afwegingen een rol. “Bij een overdracht aan familie kan onder voorwaarden gebruik gemaakt worden van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en doorschuiffaciliteiten. Dit heeft grote impact op de hoeveelheid belasting die betaald moet worden en dit speelt vaak een wezenlijke rol in een traject van bedrijfsoverdracht. Zekerheid over de financiële gevolgen is voor families van groot belang.”
 
Eenvoudiger en robuuster
Doel van de regelingen die gelden bij overdracht aan de volgende generatie is om te voorkomen dat voortzetting van het bedrijf moeilijker of zelfs onmogelijk wordt door de grote bedragen aan schenk- of erfbelasting. Het demissionaire kabinet bracht een aantal maatregelen in internetconsultatie die de BOR en de doorschuifregeling (DSR) eenvoudiger en robuuster moeten maken.
 
Toegang beperken
Tot nu toe kan iedereen met een aanmerkelijk belang gebruik maken van de BOR, ongeacht de omvang van het aandelenpakket. Bij een beperkt aanmerkelijk belang is volgens het demissionaire kabinet echter eerder sprake van beleggen dan van ondernemen. Dit leidde tot het voorstel om per 2026 de toegang tot BOR en DSR te beperken tot gewone aandelen met een minimaal belang van 5%. Andere maatregelen moeten onbedoeld gebruik van de BOR via zogenaamde rollatorinvesteringen en dubbel-BOR tegengaan. Bedoeling is dat de wijzingen onderdeel vormen van het Belastingplan 2025.
 
Onduidelijkheid troef
In oktober 2023 nam de Tweede Kamer een amendement aan op grond waarvan de toegang tot opvolgingsfaciliteiten juist verruimd wordt. Op grond hiervan is de zogeheten verwateringsregeling vanaf volgend jaar ook van toepassing bij overdracht van aandelenbelangen kleiner dan 0,5%. Hierdoor blijven versnipperde belangen toch in aanmerking komen voor opvolgingsfaciliteiten. Dit speelt vooral bij familiebedrijven met veel erfgenamen en daardoor sterk verwaterde belangen.

De gang van zaken leidt tot veel onduidelijkheid over de daadwerkelijke invulling van de opvolgingsregelingen. Zelfs experts kunnen nog geen zekerheid geven. De bal ligt bij het nieuwe kabinet.

Afbeelding van Charles via Pixabay
delen:
Algemene voorwaarden Hosted by